23 dec Bamboe en brood
Reintje Jacobs bouwde een bakkerij uit bamboe. Niet enkel bood ze daarmee werkgelegenheid aan de vrouwengemeenschap van Camburi in Brazilië, maar ze effende ook de weg voor het bouwen met duurzame materialen. Wat dreef haar om helemaal naar Brazilië te trekken? En heeft het bouwen met bamboe een toekomst, ook voor de vrouwen in de regio? Dit artikel is een aanvulling op het interview in onze MERCIE ‘Sterke Vrouwen’.
“Tijdens mijn studies architectuur was ik al gefascineerd door het bouwen met natuurlijke en duurzame materialen. Toen ik afstudeerde ging ik daarom op zoek naar interessante stageplaatsen om meer ervaring op te doen. In die periode legde ik me ook meer toe op het sociale aspect van architectuur. De focus moest van het begin liggen op de mensen, de duurzaamheid van het materiaal en de gemeenschap.”
“Camburi was mijn eerste echte project. Het begon toen ik met een paar vrienden op zoek was naar een opdracht in het buitenland. We waren allemaal geïnspireerd door het werk van BC Architects in Brussel, een architectenbureau dat superecologisch te werk gaat en veel aandacht besteedt aan het gebruik van gepaste en duurzame materialen.”
“Net als in de rest van Brazilië heb je ook in Camburi wel een zekere machocultuur, maar de vrouwen zijn mondig genoeg om zich daartegen te weren.”
“Bij dat architectenbureau volgde ik enkele workshops en zo kwam ik bij Sven Mouton terecht. Hij richtte samen met zijn vrouw een vzw op in Brazilië, genaamd Bamboostic, en is actief in het bouwen met bamboe. Dat doen ze inmiddels al 15 jaar, met veel succes. In Camburi leerde de vzw aan de lokale bevolking hoe je met bamboe kan bouwen. Zij geven op hun beurt de kennis en technieken door aan de volgende generatie. De populariteit van zijn werk groeit dus gestaag.”
Als werfleider in Camburi
“Vanuit de gemeenschap in Camburi kwam de vraag om een bakkerij op te starten die ook dienst kan doen als gemeenschappelijke dorpskeuken. Dit zou de vrouwen van de regio meer werkgelegenheid bieden omdat ze hier tijdens het toeristenseizoen evenementen zouden kunnen organiseren. Sven vertelde mij over deze vraag en het klonk mij als muziek in de oren.”
“Mijn takenpakket zou eruit bestaan het ontwerp van de bakkerij te maken, de fondsenwerving te organiseren en de werf zelf te leiden. Fondsen waren op zich geen probleem. Bamboostic krijgt al sinds het begin steun van de provincies Limburg en West-Vlaanderen, en dankzij WMH kon de vzw twee extra ovens aankopen. Die bleken noodzakelijk, want toen de bakkerij af was, kwam net het toeristenseizoen op gang en konden we de bestellingen niet bijhouden. Met de nieuwe ovens is de capaciteit voldoende uitgebreid.”
“De bouw zelf liep erg vlot. Op vlak van samenwerking met de bevolking was er geen probleem, omdat Bamboostic al vijftien jaar een vertrouwde factor in de omgeving is. Voor mij was het grootste struikelblok het leren van het Portugees, maar dat was een kwestie van tijd. Tenslotte kom ik uit een internationaal gezin. Mijn vader is altijd diplomaat geweest en ik ben in verschillende landen opgegroeid, dus andere talen zijn er bij mij met de paplepel ingegoten.”
“Ik woonde één dorp verderop en ging altijd met de scooter heen en weer. Soms kwam ik er gewoon niet door. Als het te hard regende werd er eenvoudigweg niet gewerkt.”
“Het project duurde een paar maanden langer dan voorzien, maar dat was eigenlijk te verwachten. Ik had natuurlijk nog niet veel ervaring, het materiaal werd vaak te laat geleverd en het weer zat regelmatig tegen. Wel zijn we erin geslaagd om binnen het budget te blijven, wat altijd een prestatie is in de bouwsector. Misschien heb ik de slechte zaken verdrongen (lacht), maar ik herinner me geen grote problemen.”
Vrouwen aan de macht
“Er was voor mij nooit een expliciet feministische insteek in dit project, maar de steun voor vrouwen was natuurlijk mooi meegenomen. Het was leuk om te merken dat de werkgelegenheid voor de vrouwengemeenschap in Camburi geboost werd door deze bakkerij. Het toont aan dat ze de vereiste vaardigheden hebben en dat ons project hen zelfzekerheid geeft. Op termijn zouden de vrouwen misschien ook meer aan de slag kunnen in het bouwen van de bamboeprojecten, maar op dat vlak zijn ze daar nog ietwat traditioneler.”
“Niet dat er een gebrek is aan emancipatie in Camburi. De organisatie van het dorp is hoofdzakelijk in handen van de vrouwen. De burgemeester is een vrouw, traditionele rollenpatronen heersen er niet echt en er is basisonderwijs tot 16 jaar, voor jongens en meisjes.”
“Net als in de rest van Brazilië heb je ook in Camburi wel een zekere machocultuur, maar de vrouwen zijn mondig genoeg om zich daartegen te weren. En er wordt niet neergekeken op initiatieven om vrouwen meer kansen te geven. Zeker niet omdat men in het verleden al problemen had met corrupte, mannelijke presidenten.”
“Er zijn natuurlijk wel andere problemen. De grote baan naar de dichtstbijzijnde stad is in redelijk goede staat, maar de weg naar het dorp zelf, die vanuit de bergen naar het strand loopt, is vaak ontoegankelijk. Ik woonde één dorp verderop en ging altijd met de scooter heen en weer. Soms kwam ik er gewoon niet door. Als het te hard regende werd er eenvoudigweg niet gewerkt.”
“Ook naar de universiteit gaan is voor de mensen daar vaak moeilijk, aangezien die in de stad ligt en de infrastructuur het niet altijd toelaat. En hoewel er wel wat knowhow aanwezig is bij de dorpelingen, is de interesse om verder te studeren beperkt. Er is dus genoeg ruimte voor verbetering.”
Een duurzame toekomst
“We zijn nu volop bezig met het vinden van een manier om het project duurzaam te maken voor onszelf, opdat we het kunnen blijven doen en het niet enkel beperkt blijft tot één dorp. Sven is bezig met het uitwerken van privéopdrachten voor mensen die een huis in bamboe willen laten optrekken. Voor deze projecten zou hij de plaatselijke bouwers willen inzetten als ‘bouwers-op-locatie’.”
“Ook zijn we subsidies aan het aanvragen voor de bouw van een ‘ecohotel’. Daar zouden niet enkel toeristen welkom zijn, maar zouden ook studenten van de universiteiten van São Paulo en Rio de Janeiro gehuisvest kunnen worden. En natuurlijk vrijwilligers zoals ik, die willen proberen om gelijkaardige projecten op poten te zetten. Op die manier verruimen we het bamboeverhaal en hopen we uiteindelijk financieel onafhankelijk te worden. Want dit werk op vaste basis kunnen doen, zou uiteraard fantastisch zijn.”
Geen reactie's