Kinderen met een beperking hebben een zwaar leven in Burkina Faso. Hun families weten doorgaans niet hoe ze hen correct moeten verzorgen. Als er al medische voorzieningen zijn, heeft hun familie vaak onvoldoende middelen om de juiste zorg en medicatie te betalen. Ook ziet de gemeenschap hen als ‘ongeluksbrengers’. Bij de zusters Bernandinnen zijn de kinderen wel van harte welkom voor de nodige zorg, maar ook voor genegenheid en aandacht, met als uiteindelijke doel dat ze hun waardigheid terugkrijgen.

Sinds 1995 zetten de zusters Bernandinnen zich in voor de inwoners van Bobo-Dioulasso, de tweede grootste stad van Burkina Faso. Sindsdien helpen ze daar de lokale bevolking via een gezondheidsbureau en een materniteit. Door hun werk in de gezondheidszorg komen ze regelmatig in contact met families waar één of meerdere kinderen een handicap hebben.

De zusters hebben daarom een dagcentrum opgestart. Dagelijks komen hier zo’n veertig kinderen met een handicap tussen de twee en twintig jaar oud. Ze krijgen er te eten en doen allerlei activiteiten waardoor ze nieuwe vaardigheden ontwikkelen. De activiteiten worden aangepast aan de mogelijkheden van het kind; van leren lopen tot het aanleren van een vak, zoals weven. Een aantal jongens en meisjes leert ook lezen en schrijven.

Het doel is om de kinderen zelfstandig te maken en ze hun waardigheid terug te geven door ze te omringen met veel zorg en aandacht. Door samenwerking met en sensibilisering van de ouders dragen de zusters ook bij aan een betere familiale integratie van deze kinderen.

WMH steunt het dagcentrum met een financiële bijdrage voor de inrichting en uitrusting.